Voor Leiden Kennisstad buigen studenten, psychologen, loopbaan- en studiebegeleiders en zorgcoördinatoren van het mbo, hbo en universiteit zich over deze kwestie. De studententijd lijkt tegenwoordig meer op een constante obstacle run, vinden zij. Dat dat niet gezond is, merken zij iedere dag in hun omgeving of spreekkamers. Ook het Trimbos-instituut komt tot die conclusie in haar onderzoek naar het welzijn onder studenten, vertelt sessievoorzitter en gemeentelijk beleidsmedewerker Jaap Valkenburg.
Een studente vertelt dat ze een jaar over gaat doen. “Iedereen reageert dan: ‘Jij? Jij doet altijd zo ontzettend goed je best.’ Wat klopt. Ik doe echt goed mijn best. Het lijkt wel alsof de norm is dat als je goed je best doet, alles lukt in het leven. Zo is het niet. Dat besef lijkt verdwenen.” Dat is ook de ervaring van een andere studente: “Alles moet maar goed gaan, alles moet maar lukken. Dat dat in het echte leven niet zo is, kunnen we niet meer accepteren.”
Er wordt steeds meer verwacht van studenten. Een 5,5 is geen voldoende meer. Een buitenlandervaring, een extra master, het is tegenwoordig allemaal heel normaal. Naast de studie moet je ook geld verdienen, want anders kun je de hoge huur van je studentenkamer en je hoge gasrekening niet betalen. Op het mbo kampen studenten met aantallen lesuren die niet meer van deze tijd zijn. Ze zitten soms van half negen tot half zes in de schoolbanken, met maar een uur pauze. “Dat moet echt anders.”
Prestatiedruk uit zich in allerlei klachten, zien de studentpsychologen en studiebegeleiders. Faalangst, paniekaanvallen, somberheid, depressies. Met name op het mbo trekken studenten te laat aan de bel, merken ze. “Dan zijn de problemen al dusdanig opgelopen, dat ze niet meer functioneren en al helemaal losgezongen zijn van het onderwijs.”
Veel preventiever bezig zijn, is iets wat alle onderwijsinstellingen hebben opgepakt en nog verder gaan intensiveren. Voor internationale studenten moet er betere voorlichting komen. “Dat ze weten dat je op Nederlandse hogescholen en universiteiten nooit een 10 haalt, maar een 8 echt knap is.”
De hulp kan ook nog laagdrempeliger. Zet hulpverleners gewoon in de kantine, oppert een mbo-docent. “Maak het normaal om hen even aan te schieten met je zorgen.” En vult een student aan: “Maak het ook normaal dat dingen gewoon mislukken en soms wel helemaal nooit lukken.”
Vooral wetenschappers, medewerkers van onderwijsinstellingen en ambtenaren schoven aan: van mboRijnland, Hogeschool Leiden, Leiden Bio Science Park, Universiteit Leiden en de gemeente. Terwijl je, om te weten welke vraagstukken er in de praktijk leven, toch ook inwoners en medewerkers van zorg- en welzijnsinstellingen aan tafel zou willen hebben, zegt Susanne Roodhuyzen. Zij is kennismakelaar bij de faculteit Sociale Wetenschappen van de universiteit en kwartiermaker Leiden Healthy Society Center (LHSC).
Aan de hand van vier vragen voor vier doelgroepen – baby/peuter/kleuter, jongeren, volwassenen en ouderen – werden de problemen op het gebied van gezondheid en welzijn in kaart gebracht.
De probleemjongeren in de Stevenshof intimideren andere kinderen, zoeken ruzie en gedragen zich dreigend en agressief. De jeugd- en jongerenwerkers, de politiemensen en alle andere mensen die betrokken zijn bij de jeugd in de Stevenshof krijgen geen grip op de problematiek. Veel van ‘het gedoe’ speelt zich af op social media en blijft zodoende lang onder de oppervlakte. Het jongerenwerk heeft om die reden recentelijk een training gehad van Jeroen van den Broek, die gespecialiseerd is in straatcultuur en sociale media.
Tijdens de tafelsessie van Leiden Kennisstad over dit onderwerp, is gesproken over een grotere rol voor scholen. “Scholen horen en zien dingen die zorgelijk zijn, maar waarvan we nog niet weten hoe dit het beste aan te pakken”, zegt Chrissie van der Meijden, gemeentelijk programmamanager. “Eén van de oplossingsrichtingen is de scholen in contact brengen met het jongerenwerk en de zorgen bespreekbaar maken met ouders. Het is alleen lastig om het juiste gesprek te voeren, want ouders zijn mondiger en komen vaker verhaal halen.”
De universiteit kan mogelijk helpen bij extra scholing over hoe deze problematiek het beste te benaderen, maar bovenal zullen scholen hun handelingsverlegenheid moeten overwinnen en samen met partners meehelpen om de jongerenproblemen te bestrijden. “We missen in de Stevenshof iemand die aanzien heeft in de wijk en een ingang heeft bij gezinnen”, vertelt Van der Meijden. “Zo iemand kan helpen het tij te keren. De jongeren zijn nu nog niet crimineel, maar we zien dat ze hun grenzen snel verleggen We moeten echt snel succes gaan boeken en voorkomen dat ze de verkeerde afslag nemen.”
“Alles moet groter en beter, een huurhuis moet een koophuis worden. Het mbo moet hbo worden, en hbo universitair. Zelf heb ik behoefte aan verhalen van ouderen over hun mislukkingen. Dat zij gekomen zijn waar zij nu staan, terwijl ze acht jaar over de mavo hebben gedaan of na tig mislukte studies. Dat relativeert. Dat doet mij goed. En het liefst hoor ik dat van mijn docenten of van mijn studieloopbaanadviseurs. Soms moet je elkaar gewoon even aanhoren en is dat al heel fijn. Stoom afblazen, herkenning vinden.”
“Ik hoop dat ik anderen heb kunnen overtuigen van het Energieloket, waaraan onze studenten een bijdrage kunnen leveren. Van de Hogeschool Leiden hoorde ik dat zij studentenvertrouwenspersonen opleiden. Die willen wij ook. Ons studentenservicecenter gaat morgen al contact leggen met de hogeschool. We zouden onze derdejaars studenten daar kunnen laten opleiden. Van onze kant kunnen zij weer leren van de praktische inzichten van mbo’ers.”