Als het aan programmamanager Mijanou Blaauw ligt wel: “Ik wil de onderzoeksresultaten van mijn rechtenstudenten delen. En ik zoek een plek voor symposia en discussie.” Een mening die innovatiemanager Alexander Mouret met haar deelt: “Op één plek moet je alles kunnen vinden. Dus niet Law in Den Haag, Medicine op het Bio Science Park en Humanity in de binnenstad.”
Stadscampussen bestaan in fysieke vorm, online of een combinatie van beide. De fysieke campussen in Nederland zijn gebouwd naar Amerikaans voorbeeld. Langs een open ruimte, buiten het stadscentrum, staan onderwijsvoorzieningen, woningen en bedrijven. De openbare ruimte maakt toevallige ontmoeting mogelijk, waardoor kennisdeling en samenwerking ontstaat. Dankzij theater en sportfaciliteiten is er ruimte voor ontspanning.
PLNT-directeur Bastiaan de Roo vraagt zich hardop af of Leiden, in haar compactheid, niet al één grote campus is. “Kan Leiden een voorbeeld nemen aan het Singelpark? Daar zijn bestaande parken en gebouwen, ieder met haar eigen karakter, op elkaar aangesloten.” Het park treedt naar buiten als één concept, terwijl alle onderdelen op zichzelf staan. Er hoefde nauwelijks nieuw- of verbouw voor plaats te vinden. De Roo: “Dat moet met betrekking tot een Stadscampus toch ook mogelijk zijn?” Dat een tijdelijke campuslocatie ook succesvol kan zijn, bewijst het Leiden Education Fieldlab (LEF). Leidenaren weten: daar gebeurt iets. Steeds wanneer het LEF verhuist – het is inmiddels aan haar vijfde locatie toe – verhuizen bezoekers mee.
“Wanneer Leiden kiest voor een campus in fysieke vorm, dan is aanstelling van een stedenbouwkundige of een directeur nodig. Iemand met ruimtelijke visie en commitment voor de komende decennia”, zegt onderzoeker Jimmy Mans. “Van ontwerp tot realisatie ben je zomaar twintig tot dertig jaar verder.”
De noodzaak van een stadscampus voor kennisdeling en samenwerking is helder. Hetzelfde geldt voor de missie: het aanpakken van maatschappelijke vraagstukken door het bundelen van overheid, onderwijs en bedrijfsleven. Maar, in welke vorm? Dat blijft voorlopig een vraag. De Stadscampus Leiden heeft een goed verhaal nodig. Een verhaal, doorspekt met voorbeelden, waarvan iedereen denkt: ‘Ja! Dit is nodig. Daar wil ik bij zijn.’
‘Experts’ – zo worden ze binnen de organisatie genoemd – uit de stad gaan op zoek naar het antwoord. Die experts zijn onderzoekers, lectoren en docenten van universiteit, hbo en mbo. “Kenners én kunners”, zoals Marieke Epping, adviseur Wetenschapscommunicatie bij de universiteit, ze omschrijft. “Nu mboRijnland is aangesloten bij Leiden Kennisstad, hadden we bestuurlijk al een ‘ja’ van het mbo om hun experts vragen te laten beantwoorden. Tijdens het Avondsymposium hebben we een docent van hun nieuwe opleiding Content Creatie ontmoet. En daaruit komt nu ook een onderwijssamenwerking. Hun studenten gaan helpen met de antwoord-video’s en de socials. In september staat de eerste afspraak gepland om de samenwerking concreet te maken.” Communicatiemanager Minke Holleman van de universiteit voegt eraan toe dat ook binnen het hbo verschillende opleidingen mogelijkheden bieden om aan te sluiten, onder meer met praktijkgericht onderzoek.
Vraaghetleiden.nl biedt de experts zelf ook nieuwe kansen. Holleman: “Soms weten zij zelf ook niet hoe het zit. Dan wordt vraaghetleiden.nl een middel om onderzoeksvragen op te halen. En om experts met collega’s die met dezelfde vraag bezig zijn, met elkaar in contact te brengen. Zo wordt vraaghetleiden.nl een matchingsplatform die kenners en kunners van mbo, hbo en universiteit met elkaar verbindt.”
Kansen genoeg dus. Maar hoe zit het met de bedreigingen? Is de vragenrubriek ingehaald door artificial intelligence? Holleman stelt gerust: “Het duurt misschien iets langer, maar bij ons krijg je een duurzaam en eerlijk antwoord. Een antwoord met een bronvermelding. Daar kun je op vertrouwen.”
Het LEF verbindt de lone wolves in onderwijsland, probeert ideeën en initiatieven te verbreden, te verdiepen en te vergroten. Het lost geen vraagstuk op, maar faciliteert en ondersteunt samenwerking tussen partijen. Hogeschool Leiden is de initiatiefnemer en de schoolbesturen eigenaar, maar vele partijen hebben zich aan LEF verbonden, zoals de gemeente, Naturalis Biodiversity Center en cultuurinstellingen.
LEF richt zich op de professionals die met ideeën rondlopen, zich willen ontwikkelen enzovoorts. Principe is dat ideeën niet blijven hangen in één-op-één-gesprekken. “Wij tillen ze meteen naar bestuursniveau, zodat er vaart in komt en het verder reikt”, zegt Myra Warmer. Vanuit Scholengroep Leonardo Da Vinci is ze kernteamlid van LEF.
LEF werkt met 5 zichtlijnen waaronder nieuwe projecten vallen:
Het kernteam bestaat uit vertegenwoordigers vanuit alle onderwijstakken; alleen het mbo ontbreekt (nog). Deelnemers nemen verschillende rollen in: die van verdieper, makelaar, pionier of verbinder. Waarbij de verbinder partners samenbrengt en de makelaar vraag en aanbod.
Tijdens het Avondsymposium kwamen al nieuwe projectideeën op: